Wanneer kinderen moeite hebben met allerdaagse vaardigheden als tanden poetsen, aan- en uitkleden, schrijven, het gooien en vangen van een bal etc. is er mogelijk sprake van DCD.
DCD staat voor Developmental Coordination Disorder. Bij DCD is de ontwikkeling van de coordinatie van bewegen gestoord.
DCD is een verzamelnaam voor een aantal kenmerken van (licht) gestoorde motorische functies, zoals bewegingsonrust, een lage spierspanning, coördinatieproblemen of problemen in de fijne motoriek. Deze problemen kunnen los van elkaar voorkomen, maar meestal is er sprake van een combinatie van meerdere problemen.
De diagnose DCD wordt gesteld door een arts, meestal een kinder- of revalidatiearts. Kinderen met DCD krijgen vaak fysiotherapie. De kinderfysiotherapeut kan op een speelse manier de dagelijkse vaardigheden waar een kind met DCD moeite mee heeft, verbeteren en ontwikkelen. Hierdoor wordt zowel de zelfstandigheid als het zelfvertrouwen van het kind vergroot.
Bij kinderen met DCD komen vaker dan gemiddeld leerproblemen, spraakproblemen of andere stoornissen als ADHD of PDD-NOS voor. Omdat het een complex geheel is, wat veel invloed heeft op het dagelijks functioneren van een kind, zal de kinderfysiotherapeut regelmatig samenwerken of overleggen met andere professionals die betrokken zijn bij het kind, zoals de leerkracht van school.